Op de Rijksuniversiteit Groningen wordt onderzoek verricht naar de effectiviteit van doeltaal-methodes Frans. In de onderbouw wordt de effectiviteit van de Canadese methode AIM en een tweetal andere methodes met elkaar vergeleken op het gebied van de productieve vaardigheden. In de bovenbouw wordt de effectiviteit van een AIM-geïnspireerde methode en een andere methode met elkaar vergeleken op het gebied van alle vier vaardigheden. Op deze pagina kunt u achtergrondinformatie over deze onderzoeken vinden en tussenrapportages over uitkomsten.
In Nederland worden verschillende methoden gebruikt om Frans te leren in de brugklas: de AIM-methode en meerdere communicatieve methodes geschreven door uitgevers (zoals Grandes Lignes en D’accord).
Van september 2013 tot en met juni 2016 werd het Franse taalonderwijs in de onderbouw onderzocht om uit te vinden hoe dit vak zo effectief mogelijk kon worden gegeven. Er is onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de spreekvaardigheid, de schrijfvaardigheid en de motivatie van leerlingen van verschillende niveau’s (Havo/VWO/TTO).
Het onderzoek moest antwoord geven op de volgende vragen:
Lees meer over het onderzoek en de deelnemers:
Om de spreekvaardigheid van de leerlingen te meten hebben we gekozen voor de SOPA methode. Het is een toets bedoeld voor jonge beginners in een tweede taal. Spelenderwijs en in tweetallen, vragen we de leerlingen in het Frans handelingen uit te voeren (test van de luistervaardigheid) en om vragen te beantwoorden. Er worden drie cijfers gegeven: spreekvaardigheid (OF), woordenschat (Voc) en luistervaardigheid (LC). Leerlingen werden aan het einde van elke schooljaar getest.
Lees meer over de SOPA methode:
Om de schrijfvaardigheid van de leerlingen te meten hebben we gekozen voor het schrijven van verhalen. Zij moesten een verhaal vertellen over een plaatje waarvan het thema aangepast was aan het lesmateriaal. Daardoor hebben we ervoor gezorgd dat de leerlingen genoeg geleerd hadden om een verhaal te kunnen schrijven. Alle opdrachten werden beoordeeld door twee deskundigen op het gebied van de Franse taal en tweede taalontwikkeling. Ze hebben niet alleen gekeken naar de accuraatheid van de tekst voor een cijfer, maar gebruikten ook een evaluatie tabel. Deze tabel zorgt ervoor dat onderscheiding van niveaus mogelijk is in de allereerste fase van de tweede taal ontwikkeling. De cijfers corresponderen met de fase waarin de leerling zich vindt in zijn taal ontwikkeling.
Lees verder over de tabel:
Om de motivatie van de leerlingen te meten hebben we gekozen voor een online motivatie enquête gebaseerd op de AMBT van Gardner die gemaakt is om de attitude en motivatie van tweede taal leerders te meten. In totaal hebben leerlingen drie keer deze enquête ingevuld, één keer aan het eind van elke schooljaar. De vragen behandelden de volgende thema's:
Zodra de resultaten gepubliceerd zijn zal het mogelijk zijn om ze op deze pagina te downloaden. Als u meer vragen erover hebt kunt me mailen: audrey@projectfrans.nl
LEERLINGEN AAN HET WOORD
"Ik vond de verhaaltjes geen probleem om te doen, heb het gevoel dat ik er iets van heb geleerd. De mondelingen waren leuk maar wel drie keer hetzelfde! Dat was natuurlijk voor het onderzoek!"
"Ik vond in leerjaar 1 het nog wel vervelend om telkens verhaaltjes te schrijven. Maar na een tijdje vond ik het wel leuker omdat je creatiever in het Frans ging denken. De mondelingen vond ik wel eng maar al om al vond ik het wel leuk!"
"De verhaaltjes schrijven was leuk, want je mocht zelf iets creatiefs schrijven. De keren dat de onderzoeksters kwamen was soms spannend maar ook makkelijk dus het was wel leuk. Het leukste was dat we snoep kregen op het einde!"
Dit onderzoek is uitgevoerd aan de Rijksuniversiteit Groningen en gefinancierd door het NWO.
In de bovenbouw van het VWO van het Gomarus College te Groningen wordt geëxperimenteerd met zelf ontwikkeld lesmateriaal als logisch vervolg op de AIM-methode die in de onderbouw gebruikt werd. De methodiek heeft een primaire focus op de spreekvaardigheid waarbij Grammatica inductief en impliciet wordt aangeleerd. Leerlingen worden ondergedompeld in de taal. De leerlingen in klas 4, 5 en 6 worden beoordeeld op alle vaardigheden.Voor de spreekvaardigheid wordt cross-sectionaal onderzoek gedaan (alleen aan het eind van VWO-6). De effectiviteit wordt vergeleken met de methode “Grandes Lignes” in combinatie met “Libre Service”.Voor de andere vaardigheden wordt naast cross-sectionaal, ook longitudiinaal onderzoek verricht. In klas 4 komen leerlingen van de hoofdvestiging die de AIM-methode hebben gehad in de onderbouw samen in de klas met leerlingen die Grandes Lignes hebben gehad in de onderbouw.
Het onderzoek moet antwoord geven worden op de volgende vragen:
Lees meer over het onderzoek in het onderzoeksplan:
Voor het toetsen van de spreekvaardigheid wordt gebruik gemaakt van de OPTF (Oral Proficiency Test for French). Deze toets is ontwikkeld op basis van kenmerken van de SOPA maar gebruikt taken die geschikt zijn voor 16-18-jarigen. De toets is in 2015 ontwikkeld en meet spontaan taalgebruik maar streeft ernaar de leerlingen maximaal op hun gemak te stellen zodat het effect van stress verminderd wordt. De toets wordt gedaan in tweetallen en kent taken die opklimmen in moeilijkheidsgraad.Deze taken zijn gebaseerd op de inhoud van een zestal lessenseries op basis van videoreportages van de website van TV5monde. Deze zijn in klas 5 en 6 gedaan en van deze 6 onderwerpen zijn in overleg met de leerlingen de vier meest geschikte gekozen.Een toets protocol zorgt ervoor dat leerlingen beoordeeld worden op hun eigen niveau. Zodra blijkt dat een vraag te moeilijk is, wordt een stap terug gedaan naar een iets eenvoudiger vraag. Twee beoordelaars, het maken van video-opnames en het gebruik van een betrouwbare rubric van het ACTFL (Amerikaanse equivalent van het Europees Platform) zorgen ervoor dat de resultaten betrouwbaar en valide zijn.
Lees meer over het draaiboek van een OPTF:
De eerste resultaten:
Het niveau van de spreekvaardigheid lijkt behoorlijk te verbeteren als gebruik gemaakt wordt van de AIM/AIMe-methodiek. Leerlingen scoren hoger op een vergelijkbare toets als ze langer te maken hebben gehad met deze methodiek zoals het overzicht laat zien:
LEERLINGEN AAN HET WOORD OVER DE SPREEKTOETS:
"ik vond het leuk hoe jullie probeerden er een huiselijke situatie van te maken"
"De makkelijke vragen aan het begin zijn fijn zodat je je wat meer op je gemak gaat voelen en wat beter in het Frans komt"
"Het was een fijne sfeer door het drinken dat werd aangeboden etc. zeker blijven doen! Camera misschien meer aan de zijkant? Werd nu afgeleid door de camera"
"Ben normaal gesproken erg zenuwachtig voor een mondelinge toets maar werd bij deze toets meteen op mijn gemak gesteld waardoor ik minder last had van de zenuwen"
Schrijfvaardigheid wordt twee maal per jaar getoetst. De taken in klas 4 zijn gebaseerd op de inhoud van de laatste AIM-verhalen: "Qui arrive ce soir?" en "Un garçon populaire". De onderwerpen in klas 5 en 6 zijn dezelfde als die gebruikt zijn voor het toetsen van spreekvaardigheid: De lessenseries van TV5monde op basis van een zestal videoreportages.Bij het schrijven mag een leerling gebruik maken van een woordenboek en van de spellings- en grammarchecker in Word maar het internet wordt afgesloten. De toetsen worden voor het PTA beoordeeld op diverse gebieden (deels holistisch en deels door middel van allerlei maten zoals het aantal woorden, het aantal chunks, de type-token-ratio, enz.) Bij de beoordeling wordt ook gebruik gemaakt van software voor het bepalen van de maten. Zodra alle deelnemers aan het onderzoek alle toetsen gemaakt hebben, zullen de toetsen opnieuw beoordeeld worden voor het onderzoek. Hierbij zullen ervaren VWO-docenten ingeschakeld worden die de toetsen vooral holistisch zullen beoordelen.
Lees verder voor een voorbeeld van een toets:
De eerste resultaten:
Tijdens de AAAL-conferentie in Chicago zijn de eerste onderzoeksresultaten op het gebied van schrijfvaardigheid gepresenteerd. Het lijkt erop dat expliciet grammatica-onderwijs niet nodig is voor het schrijven in een vreemde taal.
Het belang van de school en van de leerling is gediend met een situatie waarbij een toename van het niveau van de spreekvaardigheid niet tegelijk een verlaging van het niveau van de leesvaardigheid met zich mee brengt. Om die reden wordt de leesvaardigheid in klas 4 en 5 regelmatig getoetstVoor de leesvaardigheid wordt gebruik gemaakt van toetsen die zijn samengesteld met behulp van het programma Mix en Meet van het CITO. Hiermee zijn leestoetsen gemaakt die elk een maximumscore van 15 kennen en in één lesuur zijn te maken. Het niveau van de leestoetsen is ongeveer in overeenstemming met het moment van afnemen.Voor de luistervaardigheid is gebruik gemaakt van verschillende luistertoetsen. Voor klas 4 worden oudere en moeilijker luistertoetsen van het oude Mavo-D-niveau gebruikt. Voor klas 5 worden Havo-luistertoetsen gebruikt waarbij de laatste een oude Havo-luistertoets is met de vragen en antwoorden in het Frans. In klas 6 worden VWO-leerlingen namelijk nog steeds getoetst in het Frans.
Klik hier om meer te lezen over Mix en Meet van het CITO.
Onderzoek naar de ontwikkeling van de leesvaardigheid bij AIM-geïnspireerde lessen Frans in de bovenbouw van het VWO.
Wim Gombert, Marjolijn Verspoor en Merel Keijzer
In het onderzoek worden resultaten vergeleken van leerlingen die vanaf klas 1 Frans hebben geleerd met de AIM-methodiek, leerlingen die begonnen zijn met Grandes Lignes en in klas 4 verder gegaan met de AIM-methodiek en leerlingen die zes jaar lang Grandes Lignes en Libre Service hebben gehad. Dit artikel bevat een tussenrapportage.
Voor vragen over het onderzoek, kunt u me mailen: wim@projectfrans.nl
Dit programma wordt uitgevoerd aan de Rijksuniversiteit Groningen en gefinancierd vanuit het vakdidactisch onderzoeksprogramma van de geesteswetenschappen Dudoc-Alfa